Onze boeken

Wat ik bak voor Sinterklaas (mét eenvoudig recept)

Al meer dan een maand liggen de items voor Sinterklaas alweer in de schappen. Mijn persoonlijke favoriet zijn toch wel de kruidnoten, en dan vooral die gedoopt in chocola. Als kind heb ik wel geprobeerd zelf kruidnoten te maken, maar die haalden het nooit bij de versie uit de winkel. Daarom heb ik me daar als volwassene niet meer aan gewaagd.

Paul Hoekstra
8 minuten

Een van mijn andere favorieten is het vertrouwde speculaasje. Die zijn het gehele jaar te koop, maar ik verbind ze toch vooral aan het Sinterklaasfeest. Ze zijn niet alleen heerlijk bij een kopje koffie of thee, maar ook niet te versmaden als beleg op brood. Niet gezond, ik weet het, maar wel ontzettend lekker.

Onderstaand recept is dan ook een van mijn favorieten om in het najaar te bakken. Het is redelijk eenvoudig om te maken en komt snel samen. Al met al moet je rekening houden met ongeveer 90 minuten, waarbij ook de rusttijd van het deeg en het afkoelen achteraf zijn meegerekend.

Dit recept levert in principe tussen de 25 en de 30 kleine speculaasjes. Houd er rekening mee dat dit natuurlijk volkomen afhankelijk is van de koekjessteker die je gebruikt. Ook kun je ervoor kiezen speculaasbrokken te maken. In dat geval rol je het deeg wat dikker uit. Let er wel op dat de baktijd dan toeneemt.

Ingrediënten

  • 250 gram bloem
  • 3 gram zout
  • 8 gram bakpoeder
  • 15 gram speculaaskruiden
  • 130 gram lichtbruine basterdsuiker
  • 120 gram ongezouten roomboter op kamertemperatuur
  • 30-40 milliliter melk
  • Rasp van een citroen

Optioneel:

  • 1 eierdooier
  • Amandelschaafsel

Recept voor heerlijke speculaas

  1. Snijd de ongezouten roomboter in kleine blokjes en laat deze in een kommetje op kamertemperatuur komen.
  2. Doe de bloem samen met het zout, bakpoeder en de speculaaskruiden in een ruime kom. Gebruik een garde om dit alles goed te mengen. Zodra de speculaaskruiden de mix lichtbruin hebben gekleurd, kan de lichtbruine basterdsuiker erbij. Meng nu ook weer goed met de garde.
  3. Wanneer de boter op kamertemperatuur is gekomen, kan deze ook aan de kom worden toegevoegd. Kneed het vervolgens met de hand tot een korrelig deeg. Zelf gebruik ik bij deze stap handschoenen, omdat ik het gevoel van boter aan mijn handen onprettig vind.
  4. Op het moment dat het geheel is samengekomen tot een korrelig deeg, kunnen ook de citroenrasp en de melk worden toegevoegd. Voeg de melk geleidelijk toe, want het deeg kan al snel te nat worden. Mocht dat gebeuren, dan kan dit worden opgelost door er wat extra bloem doorheen te kneden.
  5. Vorm van het deeg een bal. Wikkel deze in plasticfolie en leg hem in de koelkast om daar een half uurtje te rusten.
  6. Verwarm de oven voor op 180 graden (hetelucht) en bekleed een bakblik met bakpapier.
  7. Bebloem het werkblad voor het uitrollen van het deeg. Zelf rol ik het deeg het liefst uit op een stuk bakpapier, omdat dat veel schoonmaakwerk scheelt. Zorg voor een dikte van zo’n 4 à 5 millimeter en steek de koekjes dan uit op het gewenste formaat.
  8. In principe zijn de koekjes nu klaar om te bakken, maar je kunt ze ook nog voorzien van wat amandelschaafsel en ze daarna bestrijken met een losgeklopte eierdooier.
  9. Bak de koekjes af in de oven. Bij 12 minuten bakken krijg je een zacht speculaasje, bij 15 minuten bakken een krokante buitenkant en een zachte binnenkant en bij 20 minuten een geheel krokant koekje.
  10. Laat de speculaasjes na het bakken volledig afkoelen op de bakplaat.

Nog meer recepten?

Ben je, net als ik, dol op dit soort recepten? Dan kun je er nog 25 vinden in mijn nieuwste bakboek, Recept voor rampspoed.

Auteursfoto van Paul Hoekstra

Paul Hoekstra

Paul Hoekstra (1986) studeerde Engelse taal en literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ontwikkelde naast een voorliefde voor lezen ook een passie voor schrijven. Tijdens zijn werkzaamheden in het middelbaar onderwijs schreef hij korte sketches en toneelstukken, waarna een debuut als schrijver niet uit kon blijven. In 2019 debuteerde hij met Inspecteur Vos.